Erotische e-mails en pornosurfen reden tot ontslag

Misbruik van e-mail en internet onder werktijd kan leiden tot ontslag. Dit blijkt uit een onderzoek van mr. Anita A. de Jong, partner en arbeidsrechtspecialist bij Baker & McKenzie Amsterdam. De Jong onderzocht alle gepubliceerde jurisprudentie van de afgelopen drie jaar betreffende ongeoorloofd privé-gebruik van e-mail en internet op de werkplek. Erotische e-mails en pornosurfen vinden rechters meestal voldoende grond voor een beëindiging van de arbeidsrelatie.

Tijdens werktijd zeer regelmatig pornografische afbeeldingen opslaan en versturen. Het ontwijken van 06-blokkades door met de fax naar 06-nummers te bellen. Buitensporig veel privé-berichten ontvangen op de computer van de werkgever waaronder berichten van pornografische aard. Het in de baas z’n tijd bezoeken van niet-zakelijke pornografische sites. Deze vormen van internetgebruik door werknemers kunnen leiden tot een ontslag op staande voet of een ontbinding van de arbeidsovereenkomst op korte termijn, waarbij door de rechter doorgaans geen financiële vergoeding aan de werknemer wordt toegekend.

Rechters moeten bij de beoordeling van ongeoorloofd e-mail en internetgebruik een afweging maken tussen werkgeversbelangen en de privacyrechten van werknemers. Excessief privé-gebruik van internet en e-mail vermindert de productiviteit, de verzending van ongepaste berichten kan de reputatie van de werkgever in diskrediet brengen en het downloaden van grote bestanden leidt tot vertraging in het netwerk. Dergelijke werkgeversbelangen zijn rechtmatige redenen om internet en e-mailgebruik van werknemers te controleren. De Jong concludeert dat de belangen van de werkgever vaak prevaleren boven de privacy rechten van werknemers. Ook na de aanscherping van de privacywetgeving in september 2001 is in de jurisprudentie op dit gebied geen verandering gekomen.

Uit het onderzoek blijkt voorts het belang van door de werkgever opgestelde en consequent gehandhaafde gedragsregels met betrekking tot e-mail en internet gebruik teneinde werknemers duidelijke normen voor het gebruik hiervan te verschaffen. Overigens moet de werkgever er wel rekening mee houden dat het volledig verbieden van elke niet-zakelijke communicatie met de buitenwereld praktisch onmogelijk is.